Hoe zien we verkeer op onze school?
Kinderen zijn van nature heel nieuwsgierig en willen veel ontdekken. Dit willen we ook aan onze kinderen aanbieden, maar in het verkeer is dit zeer specifiek. Omdat de kinderen zich in het drukke verkeer gaan begeven, moeten we hen de nodige ondersteuning bieden zodat ze op een veilige en hoffelijke manier aan het verkeer kunnen deelnemen. We hebben daarom voor de zowel de kleuterschool als de lagere school een duidelijke leerlijn ontwikkeld, waardoor de kans groter is dat elk kind van alle aspecten van het verkeer kan proeven.
- We starten steeds met oefeningen in een beschermde omgeving (klas, speelplaats, turnzaal, …) zodat de veiligheid van elke deelnemer aan de activiteit zo maximaal mogelijk verzekerd kan worden. In deze oefeningen zit een gradatie ingebouwd van de kleinste kleuter tot en met de leerlingen van het zesde leerjaar.
- Als we merken dat de oefeningen goed begrepen worden en de uitvoering steeds nauwkeuriger wordt, gaan de kinderen oefenen in het verkeer. Ook hier zit vanuit de leerlijn een logische opbouw in. In eerste instantie zal de leerkracht de activiteit op de weg organiseren, toelichten en onder toezicht laten uitvoeren. (vb. het oversteken van de rijweg onder begeleiding). Als de leerlingen wat ouder zijn en zelf een stukje de verantwoordelijkheid over hun gedrag kunnen nemen, gaan de kinderen zelf opdrachten uitvoeren, in omstandigheden zoals ze zich voordoen in het ‘echte verkeer’.
- We houden ook rekening met externe factoren die met het verkeer te maken hebben: leren over de dode hoek, het gebruik van de gordel aantonen via een tuimelwagen, het gebruik van openbaar vervoer, …